2014 is al weer enkele weken voltooid verleden tijd. Een beetje jammer voor mezelf want ik wilde het in het gezegende jaar 2014 wel eens hebben over Wereldoorlog I. Zoals u wellicht nog wel zal hebben onthouden was die exact 100 jaar geleden gestart.
Gelukkig voor mij heeft die oorlog ruim 4 jaar geduurd dus kan ik het ook in 2015 met gerust gemoed over WO I hebben.
Nu is er in 2014 heel wat te doen geweest over de moeder aller oorlogen. Boeken, honderden boeken zijn er over verschenen. Tentoonstellingen, lezingen, tv programma’s met hopen zijn er gepasseerd. Herdenkingen, tientallen herdenkingen zijn er geweest. Weinig, bitter weinig heb ik er van opgepikt en daar heb ik spijt van.
Vermits ik het op dit forum vooral over muziek wens te hebben zal ik me daarbij beperken. Thindersticks hebben de soundtrack gemaakt voor het hernieuwde “In Flanders Fields Museum” (nog niets van gehoord noch er geweest), John Cale gaf een exclusief concert (zonder mij), ook Alan Stivell (niet geweest) en Einstürzende Neubauten maakte een volledig nieuwe voorstelling in opdracht van de stad Diksmuiden: “Lament”. De Morgen berichtte: Wereldpremière die een diepe, diepe indruk nalaat. De Standaard: Op een historische locatie in Diksmuide speelde de Berlijnse band Einstürzende Neubauten een indrukwekkende performance over de trauma’s van oorlogslawaai. Volledig gemist… en vooral daar heb ik veel spijt van. Nu blijken de sterren in 2015 niet zo slecht te staan want de band rond Blixa Bargeld brengen hun oorlogsepos opnieuw in ons land. Wel niet meer in die kille loods daar ergens in de Westhoek maar in de warme, vertrouwde AB. Een beetje jammer zo je wil maar die kans laat ik niet meer liggen. Hier moet en zal ik bij zijn. Zeg achteraf niet dat u het niet wist. 28 mei is de dag.
Ik wil het dus hebben over WO I. 100 jaar… 100 jaar muziek. 100 jaar: een mooi rond getal, een boeiende geschiedenis. Kan je 100 jaar muziekgeschiedenis starten in de loopgraven van de Westhoek? Viel er daar in de modder, in de ellende, tussen de rottende lijken en de miserie muziekgeschiedenis te noteren? Een start voor al wat nog komen zou? BB king, Elvis Presley, The Rolling Stones, Prince, Madonna…? Ja zo blijkt.
Om helemaal te begrijpen welke belangrijke rol deze wereldoorlog speelde in de geschiedenis van de hedendaagse muziek moeten we nog verder terug in de tijd. Naar het (weeral) gezegende jaar 1877. Waarom een gezegend jaar voel ik u zich al afvragen? Thomas Edison, ja dat is die man van al die uitvindingen. Zo’n 1400 uitvindingen liet hij registreren. De gloeilamp, de eerste filmprojector en de telegraaf behoren tot zijn bekendste. Hij had ook de hand in minder fortuinlijke uitvindingen zoals de electrische stoel. Maar het was dus tijdens het op punt stellen van de telegraaf in het jaar 1877 dat hij haast ‘par accident’ er in slaagde geluid op te nemen. Zo kon dus ook de eerste fonograaf op zijn conto geschreven worden. Ik bespaar u de details maar de geluidsgolven werden in cilinders gegroefd. Hij zag eigenlijk zelf weinig nut in deze uitvinding. Het zou nog jaren duren voor het economische potentieel zou doordringen. Wat voor een miljoenenindustrie opgenomen muziek later zou worden was nog een compleet raadsel.
Het is, de naar Amerika uitgeweken Duitser, Emile Berliner die de cilindrische fonograafrol verving door een platte plaat met groeven in spiraalvorm, zodat de geluidsgolven niet meer verticaal maar horizontaal werden geregistreerd. Het is ook hij die als eerste de fonograaf als medium voor enterainment en cultuur ziet. Vele operazangers durven zich echter niet wagen aan het laten opnemen van hun gezangen. Het is wachten tot in 1902 de wereldberoemde Italiaanse tenor Caruso opnames laat maken. Het vertrouwen is er nu en de opgenomen muziekindustrie komt op gang.
Wanneer dan in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbreekt is er al sprake van een bescheiden muziekindustrie. Nu komen we tot waar ik al lang had willen komen. Wie dacht door de wereldoorlog deze prille economie tot stilstand zou worden gebracht heeft het mis. In tegendeel. Het is net tijdens deze oorlog dat enkele bedrijven die zich richten op de verkoop van de fonograaf en de bijhorende platen gouden zaken doen.
Vooral Decca dat in 1914 (net voor de oorlog) de Decca Dulcephone op de markt bracht kon hiervan profiteren. De Decca Dulcephone was de eerste draagbare grammofoon op de markt waarbij het volstond om hem te openen, de motor op te windenen en een plaat op te leggen.
Het feit dat de onderdelen uit het neutrale Zwitserland kwamen maakte dat Decca de hele oorlog lang kon blijven produceren.
Het feit dat de soldaten tijdens de weinige rustmomenten die ze hadden muziek konden beluisteren, even hun zinnen konden verzetten had tot gevolg dat de verkoop van de grammofoonspeler en hun platen een stijle klim in de hoogte nam.
Het feit dat de grammofoonspeler erg duur was en dus enkel in de uitzet van een officier voorkwam doet nu even niet ter zake.
Het exemplaar van de gesneuvelde luitenant Reid is nog steeds te bewonderen.
Wat nu onvoorstelbaar is is dat de reclamewereld de oorlog met plezier gebruikte om hun waar aan te prijzen. Zo ook de grammofoonspelers van onder andere Decca. Dankzij het juiste moment in de tijd en een uitgekiende reclamecampagne verkochten ze er meer dan 100000 tijdens de oorlog. Wat niet min was.
En zo, beste lezer, heeft de Eerste Wereldoorlog ervoor gezorgd dat de verkoop van grammofoonspelers en grammofoonplaten er stijl op vooruit ging en dat de muziekindustrie definitief gelanceerd was. Wat toen niemand voor mogelijk hield is jaren later de realiteit artiesten verkopen miljoenen en miljoenen platen. Tegenwoordig is die muziek grotendeels ongrijpbaar geworden dankzij de digitale revolutie maar daar gaat het hier natuurlijk over.
Tot de volgende beste lezer.
Voor meer muziek en wie weet weer eens een beetje geschiedenis.
Uw popkenner
Bronnen: buiten het onvermijdelijke wikipedia
- “Kassa! Kassa! Reclame in de eerste Wereldoorlog”, Anthony Langley & Bert Govaerts, Uitgeverij Davidsfonds, 2013
- “Paramount, the Rise & Fall volume 1 1917 – 1927”, Alex van der Tuuk, Third Man Records, Revenant Records, 2013