Een magische plek om te vertoeven tijdens de zomermaanden blijft het Openluchttheater Rivierenhof in Antwerpen. Tenminste als het mooi weer is. En je van muziek houdt.
Bij het doornemen van de programmatie een tijdje terug was er een avond die me bijzonder beviel: 14 augustus met Conor Oberst en M. Ward. De twee koningen van de zogenaamde alt.country.
De heren hebben stemmen die beroeren en ook nog eens de bijhorende liedjes.
Ik zag ze ooit tijdens het legendarische concert van Monsters of Folk, hun beider gelegenheids-supergroep, in de Arenberg. Waar ze samen met nog wat volk van My Morning Jacket tot de vroege uurtjes speelden en bleven spelen.
Blijkbaar zijn er in deze popkenner zijn kennissenkring weinig liefhebbers van het genre want ik kreeg niemand mee.
Om een lang verhaal kort te maken ik ging niet die 14de. Ik ging wel de dag ervoor en de dag erna.
Het laatste wat een popkenner met status denkt te overkomen is dat zijn vrouw bepaalt naar welk concert er wordt gegaan. En dat is exact wat er gebeurde deze week.
Mijn vrouw, het r’n’b genre niet ongenegen, sleepte me zondag mee naar het optreden van Roméo Elvis en Coely. Nu dient een popkenner van alle markten thuis te zijn dus ook de urban/hiphop/r’n’b markt. Een markt die me niet helemaal vertrouwd is. Ik stribbelde tegen maar niet genoeg om thuis te kunnen blijven. Benieuwd was ik eerlijk gezegd wel al waren de verwachtingen niet al te groot.
Vaak zijn het die onverwachte concerten die het langst blijven nazinderen en dat bleek nu niet anders. Zowel Roméo Elvis met zijn vintage Brusselse (lees Franstalige) hiphop als Coely met haar op Amerikaanse leest gestoelde hiphop/r’n’b palmden me helemaal in. Twee geweldige concerten waren dat.
Ja, de locatie en het bijhorende goede weer deden natuurlijk ook veel. En het publiek, een niet onbelangrijk item. Een tam publiek kan een concert nekken. Maar hier deed iedereen goed zijn best en werkte dan inspirerend voor de artiest. En zo worden concerten naar een hoger niveau getild.
Besluiten kan ik door te melden dat als Coely zo verder doet haar nog een grote internationale carrière staat te wachten.
Hetzelfde kan ik zeggen over de artiest waar mijn vrouw me twee dagen later mee naartoe sleepte: Tamino die het voorprogramma van die andere vrouwenveroveraar, Gabriel Rios, verzorgde.
Tamino, nog zo’n opkomend talent, wist ook met zijn gratie en geweldige songs te overtuigen. Zowel Coely als Tamino komen uit het Antwerpse en benadrukten hoe speciaal het voor hen was in het Rivierenhof te mogen spelen. Dat begrijp ik ten volle, wat een geweldige plek is deze locatie wel niet, zeker als je dan voor eigen publiek kan spelen.
Niet enkel de popkenner zag dat het goed was die Tamino, ook Colin Greenwood van Radiohead knikte goedkeurend mee. Ik denk dat we hiermee kunnen concluderen dat Tamino stilaan de hype voorbij is en klaar voor een plaats in de geschiedenisboeken of toch op zijn minst in een nieuwe versie van Jan Delvaux’ Belpop.
Gabriel Rios, waarvan ik dacht dat ik hem al genoeg had gezien, bleek erg in zijn nopjes en speelde vol overtuiging en humor geruggesteund door de cello en contrabas waarmee hij zijn laatste plaat opnam, aangevuld met een blaastrio waarin we onder andere de steeds geweldige Sam Vloemans op trompet herkenden.
Gabriel Rios besloot zijn set met twee Spaanstalige traditionals waarmee hij terugkeerde naar zijn Puerto-Ricaanse roots. Hij vertelde dat hij zin had terug Spaanstalige songs te schrijven na een bezoek aan zijn geboorteland. Doen Gabriel! Want wat je daar bracht was magisch!
uw popkenner