omtrent D. D.

Vorige week is er niets verschenen van mijn hand. De inspiratie was er even niet. Lag het aan de naweeën van de Straatfeesten hier in Kalmthout. Straatfeesten kan je niet een beetje beleven. Ofwel ga je niet ofwel all the way. Meestal wordt het het laatste. Ik ben ook aan het lezen geslaan. Een oude hobby die ik af en toe poog nieuw leven in te blazen. Eigenlijk is het lezen van een goede roman één van de liefste dingen die ik doe. Het krijgen van kinderen maakte dat dit naar de verdomhoek werd verdreven. Stilaan kom ik terug in de situatie om dat te lezen te hervatten. Zo las ik onlangs het Bloedboek van Dimitri Verhulst en ben ik nu al behoorlijk gevorderd in Het Smelt van Lize Spit. De sensatie van het moment.

Liever spendeer ik mijn kostbare tijd aan lezen dan aan het krampachtig zoeken naar inspiratie. Tot zover mijn verontschuldigingen…

Nu las ik buiten de vermelde boeken recent ook nog “Onderweg” van de Marc Didden en Herman Selleslag. Twee heren die ik behoorlijk hoog inschat. De één om zijn pen de ander om zijn foto’s. Ze hebben beiden een boeiend verleden bij Humo. Over hun jaloersmakende samenwerkingen gaat het boek. De verhalen van Didden en de foto’s van Selleslags.

Over Selleslags ga ik het verder niet hebben, wie weet later ooit nog eens. Liever wil ik dit blad verder vullen met een ode aan Marc Didden.

Ik moet bekennen dat ik een enorm bewonderaar ben van Marc Didden en dan vooral van zijn schrijfsels. Didden schrijft met passie én met humor. Twee zaken die ik zelf erg hoog in het vaandel draag. Op de manier waarover hij over muziek schrijft kan ik enkel jaloers zijn. Zo waar, zo goed geformuleerd, zo vol liefde. Didden is het grote voorbeeld waar ik nooit aan zal kunnen tippen. Eigenlijk kan ik stellen dat Didden en ik soulmates zijn, bloedbroeders. Al is de kans erg groot dat hij daar zelf anders over denkt. Vooral omdat hij mij niet kent en ik er niet van zou schrikken dat hij vooral en liefst omgaat met heren van aanzien en van een respectabele leeftijd. Nu kan ik van mezelf wel niet zeggen dat ik jong ben maar respectabel??

Didden mocht dit weekend drie maal komen opdraven in De Morgen, een krant waar ik in het weekend een papieren versie van in de bus krijg. Ik was dus gezegend. Hij mocht nog eens zijn liefde voor Brussel belijden. Iets waar hij zeer goed in is. Elke kans die hij krijgt om Brussel aan te prijzen zal hij nemen. Al zal ook hier steeds zijn nostalgische kantje naar boven komen.

Marc Didden is zo’n man die vindt dat het vroeger beter was. Waarschijnlijk heeft hij nog gelijk ook. Ook ik betrap mezelf er vaak op dat meermaals te geloven. Mijn liefde voor geschiedenis, muziek uit lang vervolgen tijden is daar niet vreemd aan. Eigenlijk zijn wij beiden romantici in de letterlijke betekenis van het woord.

Voorts mocht hij zijn licht laten schijnen over het feit dat er deze zomer op de festivals heel wat oude knarren zullen verschijnen: Paul McCartney, Iggy Pop, Neil Young, Van Morrisson,… Didden is ook  een man van oude muziekjes. Ik geloof niet dat ik hem kan verdenken van veel voorliefde voor wat er nu nieuw uitkomt. Wanneer hij zijn liefde voor al die muziekreuzen bezingt kan je niet anders dan mee gaan in zijn verhaal. Voor mij persoonlijk is dat ook niet zo moeilijk daar wij dus op veel gebied dezelfde muzieksmaak hebben.

Hij mocht in de voornoemde krant nogmaals de loftrompet bovenhalen voor een andere oude knar, die wel niet deze zomer hier ergens ten lande het podium zal bestijgen maar pas zijn 39ste studioplaat uitbracht en vandaag 75 wordt: Bob Dylan. Nu wil het feit, hoe raadt u het, dat ook Dylan bij mij in een zeer hoge schuif te vinden is. Als ik dan Diddens favoriete Dylannummers kan aanschouwen met tekst en uitleg doet me dit goed. Ik en Didden delen zelfs eenzelfde lievelingsnummer van Dylan: “Blind Willie McTell”. En het is niet dankzij Didden dat ook dat mijn lievelingsnummer is. Het is gewoon zo. Als Didden in de krant andere topsongs van Dylan aanprijst die ik nog niet ken kan ik niet anders dan die op te zoeken en vast te stellen dat hij gelijk heeft.

En voor wie de Blind Willie McTell uit het gelijknamige Dylan nummer niet kent. Zoek de muziek op van deze man waarover Dylan dus zingt “Nobody can sing the blues like…”” Als je het lief vraagt mag je bij mij wel eens wat van zijn werk komen lenen. Ik heb namelijk alles van hem op cd én vinyl. Het is maar dat je het weet.

Vanavond mag Didden op Radio1 75 Dylan songs aan elkaar praten zelf uitgezocht uit zijn persoonlijke collectie. U weet waar u me kan vinden deze avond.

Ter ere van Didden en Dylan, de twee inspirerendste D’s uit mijn leven hier voor jullie, beste lezers,  alvast…

 

Mijnheer Dylan, ik wens je nog eens 75 jaar erbij.

Mijnheer Didden, ik wens je nog veel heerlijke schrijfsels waar ik van kan smullen!

Als iemand hier in ons Belgenland de naam popkenner verdient ben jij het wel.

Mijn excuses voor mijn arrogantie dat ik me die titel heb toegeëigend (gekregen).

Moest ik je in Brussel eens tegen het lijf lopen, liefst figuurlijk, mag ik je dan aanspreken? Je mag me dan altijd meenemen naar je platenkast waar je wat platen uitzoekt, oplegt en erover vertelt. Ik luister dan wel en zwijg.

 

Uw soulmate,

M.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.