Ik breek al eens graag een lans voor iets.
Ik zet al eens graag een boompje op over iets.
Vandaag doe ik dat met plezier over een tijdschrift, een muziektijdschrift.
Ik lees dat al eens graag.
Nu zijn Nederlandstalige muziektijdschriften eerder dun gezaaid.
Je moet al boven de Moerdijk gaan om Nederlandstalige muziektijdschriften over pop en rock met enige klasse en inhoud te vinden.
Oor is daar het bekendste voorbeeld van.
Wij hebben of hadden bij ons wel bladen als Gonzo en RifRaf maar die zoeken eerder de underground op.
Nu heeft ons Vlaanderlandje eindelijk zijn eigen tijdschrift. En wat meer is: het tijdschrift belicht enkel en alleen het Belgische muzieklandschap.
Dat ik daar zelf nooit eerder op ben gekomen. Wat een geweldig idee is me dat.
Ik volg zelf al jaren intens het Belgische muzieklandschap en kan gerust meedelen dat dat enorm is.
Moest België ooit volledig afgesloten worden van de rest van de wereld hoeven we ons op muzikaal gebied allerminst zorgen te maken. Er is zoveel, in alle denkbare genres en vaak van een enorme kwaliteit.
Ik organiseerde ooit enkele keren een heuse belpopparty. Een hele nacht door enkel Belgische muziek en dansen maar. Het vergde geen enkele moeite uren aan kwaliteitsvolle muziek te vullen.
Het tijdschrift waar ik het over heb heeft zijn naam van, misschien wel, de bekendste belpop song ooit: Ohlalala van TC Matic.
Laten we Ohlalala even onder de loep nemen.
Het tijdschrift zal vier maal per jaren verschijnen op dik, hoogwaardig papier met matte print. Een detail denkt u maar dat is het allerminst. Het soort papier levert al de helft van het plezier.
Een element wat ook maar al te vaak wordt onderschat als we het hebben over boeken of tijdschriften is de geur.
Als je Ohlalala nog maar vastneemt komt die geur je al tegemoet. En die geur is de geur waarvan je hoopt dat elk tijdschrift die bezit maar die je jammer genoeg te zelden tegenkomt.
Geuren omschrijven is niet mijn sterkste kant maar verdorie wat ruikt Ohlalala heerlijk!
Dan gaan we rechtstreeks over naar wat natuurlijk het allerbelangrijkste is: de inhoud van het kleinood.
Ohlalala wordt gemaakt door drie gepassioneerde mensen dat voel je in alles als jet het tijdschrift doorbladert.
Ene is Koen Bauters sinds jaar en dag rockfotograaf. Ja, er wordt veel zorg gestoken in de gepubliceerde foto’s. Een andere is Ron Reuman, zelf muzikant en medebezieler achter Maandacht, die al meerdere fijne producties op hun conto hebben geschreven. Ten slotte is er nog Lore Abrams, journaliste, om de ploeg te vervolledigen.
Al dit vakmanschap levert een uiterst fijn tijdschrift waarbij buiten de foto’s, de fijne rubrieken opvallen. In de rubriek ‘Familie’ gaan muzikale familieleden in gesprek. In de rubriek ‘De versterker’ vertelt een bekend iemand over de plaat, muziek,… die hen kracht geeft. Er is zelfs een strip en een recept te vinden in het boekje, natuurlijk gelinkt aan een Belgische band, zanger, zangeres… Verschillende aspecten van de muziek business komen aan bod. Dan weer wordt een ‘soigneur’ aan het woord gelaten dan weer een roadie.
Al deze verschillende verhalen, al deze fijne, originele invalshoeken maakt dat Ohlalala een zeer fijn, boeiend en bovenal aangenaam lezend tijdschrift is.
Het siert de makers dat ze geen oogkleppen ophebben en artiesten van uiteenlopende genres aan het woord laten. Dat resulteert in gespreken met artiesten als Niels Destadsbader, ja echt waar, over Ruben Block tot een Franky De Smet-Van Damme.
Persoonlijk heb ik geen hoge pet op van de heer Destadsbader maar de makers weten het zo aan te pakken dat ik geboeid het interview met voornoemde las. En met geboeid bedoel ik voor alle duidelijkheid niet: vastgeklonken aan een cel met een pistool tegen mijn hoofd.
Ik wil maar zeggen dat ik hoop dat Ohlalala een breed publiek vindt want dat verdient dit uiterst charmante en fijne tijdschrift absoluut.
Een fijn extra is dat het wordt gedrukt (ja met die heerlijke geur en dat fijne papier) bij uitgeverij Pelckmans in mijn hometown Kalmthout.
Misschien moet ik volgend exemplaar maar vers van de pers gaan halen daar bij Pelckmans in dat historische pand opgericht door excentriekeling en kunstenaar Walter Beckers.
Ter volledigheid geef ik nog al te graag mee dat Ohlalala meer is dan alleen een papieren tijdschrift. Er is een heuse website aan verbonden waar er heel wat filmpjes, reviews vallen te bezigen. En ze organiseren ook nog eens ‘babbelconcerten’ waarbij twee muzikanten met elkaar in gesprek gaan en waar er natuurlijk ook muziek wordt gemaakt!
Aan de redactie van Ohlalala: merci en doe zo verder!
Hartelijke groet,
uw popkenner