“Papa…” zei mijn jongste dochter deze morgen. “Ik vind het een beetje gek: jij bent papa én meester. Hoe kan dat nu?”
Voor wie het nog niet wist in het dagelijkse leven verdien ik geld met lesgeven, of toch zo ongeveer. Ik werk op een school voor buitengewoon onderwijs, type 2. Dat wil zeggen leerlingen met een matige tot ernstige mentale handicap of beperking zo je wil. Maar dat is een ander verhaal.
Ik probeer mijn dochter uit te leggen dat ik meester ben om centen te verdienen. Dat leven geld kost. Eten, kleren, een dak boven het hoofd… Om dit alles te bekostigen dient er dus gewerkt te worden. Ik dacht ik zet mijn jongste maar even met beide voeten op de grond. Geen romantisch gedoe, daar was ik even niet voor in de stemming. Ik ben meester omdat dat nu eenmaal zo gelopen is en omdat er gewerkt moet worden. Er zijn, gelukkig genoeg leerkrachten die erg passioneel zijn, die een soort roeping hebben. Die hun werk mee naar huis nemen. Ik niet. Versta me niet verkeerd, ik ga nooit tegen mijn zin werken. Heb een gevarieerde job, veel verlof,… Ik klaag dus niet.
Meester dus om centen te verdienen, en papa, ja, dat is zo gekomen. Voor een mens ouder wordt heeft hij geen benul wat het is een ouder zijn. Eens je een ouder bent verandert je leven voor goed, voor eeuwig en altijd. Ik had geen grote kinderwens, ben geen geboren vaderfiguur. Maar ik zie mijn kinderen doodgraag. Al kan ik dus niet zeggen dat kinderen hebben altijd zo fijn, aangenaam en rooskleurig is. Zeker niet.
Papa, meester. Voetjes op de grond. Dacht ik. Heel even.
“Ah, (na mijn verhelderende uitleg) dan wil ik later een elf worden.”
…
Mond vol tanden.
“Dat kan niet…” (mijn oudste dochter komt zich moeien) “… je kan toch geen elf worden. Ik wil later paardenverzorger worden of voor zieke kinderen in het ziekenhuis zorgen.”
“En ik breakdancer…” (mijn zoon die met mijn jongste dochter samen een tweeling vormt)
Na de subtiele uitspraak van mijn oudste dochter trekt mijn jongste dochter een beteuterd gezicht.
Ik smelt, ben ontroerd.
“Lieve schat, jij mag later worden wat je zelf wilt. (ik weer)”
Haar gezicht klaart al wat meer op.
“Als ik echt mag kiezen dan word ik een elf.”
Wat moet het toch heerlijk leven zijn als kleuter. Dat fantasie waarheid kan zijn. Dan hoop ik maar dat die verbeelding nog lang mag blijven werken.
Aan de reactie van mijn oudste dochter te horen gaat dit jammer genoeg snel over.
Al kan het wel, er zijn mensen die voor een stuk in fantasie blijven leven. Meer zelfs, die van hun fantasie een stuk werkelijkheid kunnen maken.
Ik hoop dus oprecht dat mijn jongste dochter later een elf zal kunnen worden. De wereld zal er een stukje mooier uitzien.
David Bowie was zo een figuur. Hij had een onuitputtelijke fantasie die hij positief benutte. Wat uitmondde in een gigantische golf van creativiteit. Met als gevolg dat de wereld nu verrijkt is met een rits prachtige platen en figuren kent als Ziggy Stardust en Aladdin Sane. Geef toe, welk menselijk wezen stond ooit het dichtst bij “elf” zijn? Bowie dus. Waarom zindert zijn dood, nu toch al enkele weken nog steeds na? Omdat iedereen ook een beetje echt wel geloofde dat Bowie niet echt mens was, dat hij niet echt kon sterven. Niet dus. Een sprookje is doorprikt.
Ik heb zelf niet de kunde maar ik laat me maar al te graag meesleuren in de werelden die al die creatieve geesten hebben bedacht. Meestal zo rond de klok van 8, ‘s avonds. Wanneer de kinderen in bed liggen, de afwas is gedaan, het echte leven kan ophouden te bestaan is het tijd voor de fantasie. Dan doe ik niets liever dan me overgeven. Dat kan dan een prachtige plaat zijn, een heerlijke roman, een stripverhaal, een Scandinavische serie, de nieuwste film van Tarantino, een stukje theater, een concert,…
Momenteel staat hier “Alice” op, de nieuwe plaat van Capsule samen met Abattoir Fermé. Normaal zit ik bij deze plaat in de zetel, de ogen dicht. Er ontvouwt zich dan een wonderlijke wereld, soms dreigend, maar toch, heerlijk om in rond te dwalen. Alice in haar Wonderland. Met de meisjes van Capsule als onze eigen Antwerpse elfen. Fladderend in een donker, sprookjesachtig bos.
Dit is mijn zuurstof, dit maakt mijn leven de moeite waard.
Ik hoor u al denken, een vlucht is het, een vlucht uit het werkelijke leven.
En ja, mijn vrouw klaagt al eens dat er met mij niet te praten valt. Dat ik het niet wil hebben over de dagelijkse besognes, probleempjes groot of klein. Maar ja het is dan meestal na den achten… Dan vertoef ik een andere dimensie en wens daar niet uit te komen. Voor 8 uur geen probleem hoor.
Maar die tweeledigheid, het in balans houden van beide werelden. De dagdagelijkse en die van na den achten. Die combinatie… Dat is het! Streef daar naar mensen!
Dus ik hoop echt, van harte, dat mijn jongste dochter een elf mag worden, mijn oudste paarden of zieke kinderen mag verzorgen en mijn zoon breakdancer wordt. We hebben ze allen even hard nodig!!
Uw popkenner