In juni 2015 had Flying Horseman een nieuwe plaat gemaakt. Ze moest nog worden opgenomen maar de muziek werd al een eerste keer voor een publiek uitgetest. Ondergetekende schreef een enthousiast artikel.
Dat was buiten de immer sympathieke, maar als een strenge moederkloek over haar kroost wakende manager, Lut Hendrix gerekend. Ik werd kordaat teruggefloten en moest het stuk van het net halen. De muziek moest immers nog geheim blijven tot de plaat uitkwam.
Ook nu heeft Flying Horseman nieuw materiaal geschreven die moet leiden tot een plaat. Deze muziek werd vrijdag voor het eerst aan het publiek voorgesteld. Grote verschil: de band speelt niet één maar een tiental shows voor ze de studio induiken. Geschreven mag er nu dus wel worden en dat doen we dan maar.
De band werd door kunstencentrum de Singel uitgenodigd, uitgedaagd om zich 7 weken op te sluiten en met nieuw materiaal naar buiten te komen. En deze klus hebben ze zo te zien met brio geklaard.
Vertrokken met niets in de zakken, niets in de mouwen en dan dit resultaat afgeven… wow…
Bert Dockx dé frontman, dé spilfiguur van de band wil al lang een echte groep, een band waar ieder lid een creatieve inbreng heeft en dat siert hem. Dat was bij vorige worp al de bedoeling maar werd met deze plaat in wording pas echt een feit.
Al moet gezegd dat op het podium er maar één echte leider is en dat is Bert. Hij zorgt voor de zang, de gitaarsolo’s en de strakke in goede banen leiding. De rest van de groep stond er behoorlijk statisch bij maar dat paste bij de rest van het plaatje. Kort gezegd Flying Horseman blijft toch vooral Bert Dockx zijn band.
Zoals jullie al wel kunnen bevroeden was de muziek zoals steeds weer behoorlijk indrukwekkend. Titels van nummers hebben we niet, het ene nummer liep vaak in het andere over… Over specifieke songs spreken is dus bij voorbaat onmogelijk en dat laten we dus ook wijselijk.
Voor wie de groep kent, de typische Flying Horseman ingrediënten waren aanwezig:
- subtiel gitaarspel dat plots ontaard in gierend gitaargeweld: check!
- een fluisterende Dock, een schreeuwende Dockx: check!
- de wondermooie oooh’s en aaaah’s van de zusje Maieu: check!
- strakke straffe drum van Alfredo Bravo: check!
- duistere, bezwerende, hypnotiserende grooves: check!
Het grote verschil op podium en tevens ook aan de sound: het bijna volledig verdwenen gitaarspel van Milan, telg van het roemrijke geslacht der Warmoeskerkens. Dit ongetwijfeld tot teleurstelling van Milan’s vader. Mijn teleurstelling was minder. Wie Milan kent weet dat hij tegenwoordig vaker achter synths te vinden is, aan knoppen zit te draaien. Zie projecten als Mittland Och Leo, C. Young, Milan W.,…
Milan bediende zich dus vooral van knopjes allerhande en dat leverde een iets frissere, electronischere sound op dan wat we gewend zijn van Flying Horseman, niet drastisch, eerder subtiel, wat biepjes en bliepjes…
Kort samengevat was dit wederom een indrukwekkend, aangrijpend concert dat ons doet verlangen naar nog eens en die plaat die er binnen enkele maanden pas aan zit te komen.
Afsluiten deden ze met twee oude prachtnummers: Ghostwriter en Brother.
Bert Dockx was blij dat ze het tot een goed einde hadden gebracht. Stress was er wel. Bert kreeg het in het begin vooral benauwd toen het lampje van de pupiter niet bleek te werken. De teksten bleken nog niet helemaal gememoriseerd en hij kon ze niet lezen. Geen zorgen Bert, de nummers zijn nu al klaar voor opname.
uw popkenner