10 juli, 20u plaatselijke tijd
Ontroering, krop in de keel,… Hiervoor ben ik naar hier gekomen. Om hét te voelen.
We staan aan de rand van de Mississippi, Ol’ Man River. De zon gaat onder met de mooiste tinten rood. Er vaart een steamer voorbij.
Het lijkt echt of we in een film ronddwalen. Hier passeert hij Memphis, home of the Blues.
Het was hier, op deze plak dat de katoenschepen aanmeerden om te laden en te lossen. Het was hier waar vele zwarte muzikanten heen trokken na de afschaffing van de slavernij. Het was hier waar blues een genre op zich werd. Hier is het epicentrum, hier op de plek waar die machtige, legendarische rivier de oevers van Memphis raakt.
Ik voel heel die geschiedenis tot in elke vezel van mijn lijf. Kippenvel. We worden allemaal stil. Zonder woorden voelen we alle drie hetzelfde. Vermoed ik toch.
Wanneer de zon zo goed als helemaal onder is rukken we onze blik los van de rivier en treden we de stad binnen mits een kleine klim. We lopen recht Beale Street binnen. In deze legendarische straat gebeurde het vroeger allemaal. Hier gingen de zwarten uit, hier waren en zijn nog steeds de bluesclubs gevestigd. Van de glorie van weleer schiet jammer genoeg niet heel meer over. Het is Broadway Light maar dan met blues in plaats van country. BB Kings Blues Club licht op.
We belanden in een bar waar ze niet BB King maar één van de rock ‘n’ roll iconen, last man standing, mr. Jerry Lee Lewis.
Want Memphis is niet enkel de blues maar ook de stad van Sun Records en dus de plek waar de rock ‘n’ roll mee vorm kreeg. Ja, Elvis startte hier ook zijn carrière.
Maar dat is voor morgen. Een bezoek aan die legendarische Sun Studio én aan de Presley mansion, Graceland, net buiten de stad.
Maar Memphis is even goed de stad van de Soul, the southern soul. De variant die veel rauwer, ruwer is dan de noordelijke versie. In Detroit had je Motown, hier Stax. Otis Redding, Isaac Hayes. Stax, daar wil ik morgen toch ook even langsgaan.
We drinken ons bier, al snel is het laat en hebben we nog niets gegeten. Alain troont ons mee een BBQ tent binnen waar wij ergens in een zijkamer neergezet. Waarom is niet duidelijk. Het geeft ons een raar gevoel. Een gevoel dat de zwarten hier maar al te goed moeten kennen.
O, ja. Memphis is ook de stad waar Martin Luther King is vermoord.
De BBQ ribs zijn heerlijk. Naïef als we zijn bestellen we grote portie. Groot is hier echt groot. Alain doet erg zijn best maar ik krijg mijn portie lang niet op.
11 juli
In Vlaanderen vieren ze slag der Gulden Sporen maar wij gaan langs bij Sun Records. Hier op deze plek richtte Sam Phillips in 1952 zijn label op. Het inrichting van de piepkleine studio is sindsdien nog niets veranderd. Alles is authentiek en wordt nog steeds gebruikt. Een iets te enthousiaste gids vertelt de geschiedenis. Hier namen iconen als Elvis Presley, Jerry Lee Lewis, Carl Perkins, Roy Orbison, Johnny Cash, Howlin’ Wolf. Aan de muur boven de piano hangt een foto van The Million Dollar Quartet: Elvis, Johnny, Carl en Jerry die er een middagje samen gingen jammen en gospel zingen.
Hoeveel geschiedenis kan hier hangen. Als kers op de taart haalt de enthousiaste gids dé originele micro boven die alle bovenstaande iconen gebruikten bij hun opnames. En ja, ook ik heb hem even in de hand genomen. En dat voelde, wel ja, machtig…
We rijden een arme zwarte buitenwijk binnen. Het verval, de armoede is duidelijk zichtbaar.
Hier bevindt zich het hoofdkwartier Stax. Het legendarische soullabel. We stappen uit en wandelen een eindje de straat in, bekijken de buurt.
We voelen ons toch licht onbehaaglijk. Het feit dat Stax hier ligt zegt genoeg over de muziek. Voor de zwarte Amerikaan is soul meer dan enkel popmuziek. Soul, de naam zegt het, is afspiegeling van de ziel van een volk dat ook vandaag nog veel armoede kent in the USA. Ik ben blij dat we hier staan. Stax heeft me altijd meer aangesproken dan de gladdere variant van Motown uit Detroit. Een bezoek aan het bijhorende museum laten we aan ons voorbij gaan want we willen Graceland nog aandoen en vanavond willen we Tennessee achter ons hebben gelaten en de staat Mississippi hebben bereikt.
Graceland… Voor mij hoefde het niet echt misschien maar mijn gezelschap is van mening dat dat gezien moet worden en gelijk hadden ze. Bevreemding wanneer we de reusachtige parking oprijden al was het Disneyland. Ook de inkom laat dat bevroeden.
Toch is Graceland eigenlijk enkel en alleen de woning van Elvis met daarbij voor wie nog meer dollars wil neertellen een museum of twee met zijn legendarische kostuums en wagens. Wij tellen de vlotte $56 dollar neer voor enkel een bezoek aan zijn woning én de privé jets, natuurlijk. We worden op een busje gezet en steken daarmee de straat over waarbij het Graceland domein echt oprijden.
De bevreemding blijft duren want op deze snikhete dag ligt Graceland onder een sneeuwtapijt bedolven. Blijkbaar worden er opnames gemaakt voor één of andere kerstspecial. Vandaar een tuin vol nepsneeuw en een Merry Christmas bord. Raar volk die Amerikanen.
De bovenverdieping blijft afgesloten voor het publiek. De familie Presley komt hier blijkbaar nog regelmatig logeren. Maar we krijgen de andere kamers te zien. De één al gekker dan de andere. Ik zou er wel kunnen aarden. Plots zijn we buiten in de zogenaamde meditatie tuin waar we voor de king zijn graf staan. Dan wordt ik toch weer een beetje stil!
Graceland, Graceland, Memphis Tennessee… Tot ziens al weer!
Hop naar de volgende staat!
(wordt vervolgd)
uw popkenner
De oevers van de Mississippi… ik ben er zelf nog nooit geweest, maar alleen al je verhaal en de foto’s laten ook mijn gedachten afdwalen naar lang vervlogen tijden, de periode van de prille blues. Ik lees mee en leef mee! Bedankt voor je interessante reisverslag, het inspireert me om misschien ook ooit eens een gelijkaardige trip te maken, door het diepe zuiden van de V.S.!