7 juli, namiddag
Veel wordt er niet gekocht op de rommelmarkt. Alain tikt een tandenborstel (nog in de verpakking) op de kop want die had hij niet meegebracht van thuis.
Het weer wordt er niet beter op maar we moeten verder. Asheville is immers nog een heel eind. We passeren amper huizen maar zien om de paar honderd meter een kerk opdoemen. Bible Belt it is!
We verlaten Georgia om in staat nummer twee aan te komen: North Carolina. In Balsam worden we voor de keuze geplaatst. Langs de kortere en snellere route 23 of langs de befaamde met prachtige uitzichten bezaaide Blue Ridge Parkway die ons met een wijde boog naar Asheville zal brengen. We zijn on the road dus kiezen we laatste optie. We zijn nog niet goed en wel vertrokken of ik besef dat we de verkeerde keuze hebben gemaakt. Boven ons hoofd pakken dikke wolken zich samen. Hoe meer we stijgen hoe meer we in de wolken zitten. Uiteindelijk zien we geen steek voor ogen. Ik zit aan het stuur en heb het spek aan mijn been. Stapvoets volg ik de haarspeldbochten, van de uitzichten niets te zien en de omweg die we maken zal enkel nog langer duren. We kunnen en willen niet terug maar dit gaat niet vooruit. Uiteindelijk beslissen we om de bergweg te verlaten en via een extra omweg doch lager gelegen en dus uit de wolken via Hendersonville tot Asheville te rijden. Ik zal verder niet uitweiden over midden in een woud in file staan… Uiteindelijk belanden we nog niet bekomen van de vliegreis en de vermoeiende autorit in Asheville. We hebben honger en Alain heeft dringend nood aan zijn eerste BBQ meal van de reis. Het wordt Little Pigs. We kopen met drie uitgelaten een t-shirt van Little Pigs. Achteraf gezien was “Litlle Pigs big BBQ plate” niet te vreten.
Maar we zijn waar we moeten zijn in Asheville.
Volgende opdracht dient zich aan: een slaapplek zoeken. Ook dat is in Asheville niet zo simpel al lukt het beduidend vlotter dan de nacht voordien. Betrekkelijk moe trekken we de stad in en begrijpen al snel wat onze redneck vriend uit Clayton bedoelde. Asheville is een verdomd hippe plek. Trendy bars, micro brouwerijen en zelfs terrasjes, een zeldzaamheid in de US. Iedere Europeaan zou het hier geweldig vinden maar wij zijn op zoek naar authentieke bluegrass en beseffen dat we die hier niet gaan vinden. Lichtjes teleurgesteld betreden we zo een hippe club. ID laten zien natuurlijk. Er is live muziek en nog niet eens zo slecht. Big Dawg Slingshots. Een mix van Western Swing and Hot Jazz met een tapdancende violiste. Fijn zo!
De avond verloopt met het degusteren van lokale bieren en verhitte discussies over het recht op wapendracht om maar één onderwerp aan te snijden.
8 juli
We ontwaken onder een stralende zon. We nuttigen een heerlijk ontbijt bestaande uit spek, eieren, frieten en wafels met liters maple syrup. Het standaard ontbijt voor de rest van onze reis.
Deze avond moeten we Nashville bereikt hebben. Hoog tijd om te vertrekken. We volgen weer een stuk van de Blue Ridge Parkway, nu wel in de zon. En het moet gezegd de uitzichten zijn prachtig. Moesten we nu nog enkele weken extra hebben had ik hier maar al te graag een trektocht door de wouden gemaakt. Ooit hoop ik eens oog in oog te kunnen staan met een beer. En dat die hier zitten staat buiten kijf.
Onze route gaat door een reservaat. Ja ook een natuur dat van de Great Smokey Mountains maar ik bedoel ook dat van de Cherokee Indianen. Hier ben ik behoorlijk opgewonden over. Een ontmoeting met de oorspronkelijke bewoners van dit land lijkt me een must. Ik zal maar niet uitweiden over de trieste geschiedenis. Dat deze mensen nog steeds in reservaten bijeengehokt zitten is eigenlijk verbijsterend in de 21ste eeuw. Een van de eerste dingen die we zien wanneer we het reservaat binnenrijden is het beeld van een torenhoge Indiaan de arm voor zich gestrekt als groet. Hoe cliché kan het zijn.
We zoeken ons een weg naar het “centrum”. Dat blijkt een rechte straat met de ene souvenirwinkel naast de andere. Allemaal verkopen ze dezelfde “Indianen” spullen van houten tomahawks, fluiten tot lederen holsters. Ik bevind me precies midden in Bobbejaanland. Ja, dat niveau is het. Mijn opwinding maakt plaats voor teleurstelling zeker toen bleek dat de uitbaters van al die zaken gewoon blanken bleken te zijn. De Indianen zijn dus zelfs verdreven binnen hun eigen reservaat met wat waarschijnlijk één van hun weinige inkomsten waren.
In de verste verte geen Indiaan te zien. Daar gaan mijn stoere verhalen die ik al voor mijn kinderen in petto had. Ondanks onze weerzin laten we ons allen toch verleiden tot het kopen van enkele souvenirs. We zijn hier nu toch.
Wanneer we het dorp uitrijden zie ik in de verte twee in traditionele klederdracht getooide Cherokee over het trottoir stappen.
Eens we de Great Smokey Mountains door zijn gaat het richting Knoxville.
Bjorn zit aan het stuur. Een belangrijk detail voor wat komen gaat want plots duikt er een gigantisch billboard op. Niks speciaals in deze streek ware het niet dat een reusachtige Dolly Parton ons zwoel aankijkt en ons de weg wijst naar Dollywood. Zonder het te beseffen zijn we in Pigeon Forge aanbeland, home of Dollywood… Het themapark van gelijkgenoemde. Het Bobbejaanland van Tennessee. Want dat is er ondertussen gebeurd, staat nummer 3 is een feit: Tennessee. Bjorn is na het zien van dit billboard in een ongeziene staat van opwinding geraakt.
Zonder verder nadenken worden de pijlen richting Dollywood gevolgd en voor we het weten draait Bjorn een verder zo goed als lege betaalparking van Dollywood op. Dit was niet echt het plan en lichtjes gegeneerd maken we rechtsomkeer. Even het noorden kwijt, ja ook letterlijk, wordt het moeilijk om terug op het juiste spoor te raken. Uiteindelijk lukt het ons toch in Knoxville op de Interstate 40 te raken die ons naar Nashville zal brengen. Had ik boots bij ik zou ze omgegespt hebben. De route verloopt verder zonder noemenswaardige gebeurtenissen. We kruisen een tijdzone wat toch nog een zekere levendigheid in de wagen teweegbrengt. Live een uur zien verspringen, het doet iets met een mens.
(wordt vervolgd)
uw popkenner